1 op de 4 ouders ervaart slaapproblemen bij kindje, maar worden ze wel goed geholpen?
Auteur: Stephanie Molenaar, 27 maart 2025

1 op de 4 ouders geeft aan dat hun kindje een ‘slaapprobleem’ heeft. Dat zijn in Nederland alleen al ca. 41.250 ouders en mogelijk meer. Buitenlandse studies laten cijfers zien tot 30%, waarbij dit een gemiddelde is voor de groep 1-4 jaar en de prevalentie van slaapproblemen groter is bij de jongste kinderen.
Vaak is er kennis over baby’s slaap en technieken om ouders mee te begeleiden, maar is er ook een kenniskloof over fundamentele slaapbiologie, zo stelt dr. Michael Gradisar, slaapwetenschapper en psycholoog. It makes sense: basiskennis over slaap zonder het achterliggende waarom te verklaren brengt je een slaapcoach die een kunstje heeft geleerd ipv zelf kritisch te kijken en per situatie maatwerk te leveren.
Een goed voorbeeld hiervan zijn wakkertijden, die soms als een vast schema worden gepresenteerd. Slaap is echter persoonlijk en die wakkertijden brengen je naar de optimale sweetspot passende bij baby’s leeftijd en daarmee biologische ritmes en ontwikkelingen. Als je weet dat die sleepwindows ontstaan door de twee belangrijkste slaapprocessen, het homeostatische proces en het circadiane ritme, dan weet je ook dat het slaapsysteem een geheugen heeft, naast de flexibiliteit om te compenseren en zo slaap indeelt naar behoefte. Ergo, een slaapwindow is gemiddeld en wordt mede bepaald door voorafgaande slaap, waardoor zo’n window verschuift als voorgaande slaap kort was of juist niet de rust en veiligheid is gegeven om de slaap echt te vatten, want dan geeft dat circadiane ritme weer tegengas. Juist die processen zijn weer van toepassing op specifieke slaapinterventies, waarvan er ook genoeg bewezen effectief zijn en het dus onnodig is om een ‘one size fits all’ benadering te volgen. Bovendien is het ook wel tricky, als je bedenkt dat 90% van de kindjes met ‘slaapproblemen’ geen puur slaapprobleem heeft.
Diverse studies hebben aangetoond dat slaap lijkt op een groeicurve met een significante variabiliteit per leeftijd. De timing van slaap is afhankelijk van eerdere slaap, leeftijd en het slaap-waakpatroon zelf.
Er is meer: het is ook nodig om een holistische kijk te hebben. Slaapproblemen zijn vaak maar het topje van de ijsberg. Het gaat om wat daaronder zit. Kindjes die responsief naar slaap zijn begeleid, ontwikkelen sneller zelfregulatie en zijn levenslang betere slapers (aldus een compilatie van onderzoeken). Een goede slaapbasis wordt vooral gedurende de eerste twee levensjaren gelegd. Gebeurt dit later, heeft dit gevolgen (Mindell & Owens). Juist door slaap initieel meer te faciliteren ontstaat uiteindelijk meer en onafhankelijkere slaap (Morsback Honaker)
Het is écht zaak om verder te kijken dan één ‘kunstje’, om te kijken naar wat er nu écht speelt en slaapproblemen ook niet zozeer als een afzonderlijk probleem te zien, maar een uiting van een onderliggende nood of probleem. Slapen is immers natuurlijk, een kind dat niet (lekker) slaapt vertelt dus veel meer dan een schema of stappenplan gaat verhelpen ❤️



















Van een huilbaby naar de eerste kinderslaap- en onrustdeskundige. Van de enige Nederlandse slaapmethode zónder huilen naar de eerste (hbo) opleiding kinderslaapcoach. Om te zijn wie je nodig had zodat je verhaal nooit die van een ander wordt, dat is Droomritme. Het ging niet over een nacht ijs. Wel met veel passie en daadkracht.










