Droom, nachtmerrie of terror?
Auteur: Stephanie Molenaar, 27 juni 2023

Zo ligt je kleintje zoet te slapen, zo wordt hij ineens gillend wakker, is buiten zichzelf en amper te troosten. Dan staat het zweet ook wel op je eigen rug. Heeft je kind last van een nachtmerrie of een nightterror? Herken het verschil en weet wat je kunt doen. Een nachtangst is namelijk geen slechte droom en daardoor maakt het uit wat je doet. Hoe je een nachtmerrie van een nachtangst onderscheidt en wat je wél kunt doen.
Dromen of nachtmerries?
Een droom is de lieve variant van de nachtmerrie. Want de nachtmerrie is immers een slechte droom. Maar ook tijdens de leuke gebeurtenissen in een droom kan je kleintje gewoon wakker worden, omdat het net even te druk, te beweeglijk of te spannend is. Dromen doe je tijdens een speciale slaapfase: de remslaap (Rapid Eye Movement ofwel de snelle oogbewegingen, die je maakt tijdens deze fase). Deze dromen helpen ons om bepaalde connecties of herinneringen te begrijpen die onder onze dagelijkse gedachten en gebeurtenissen sluimeren. Je verwerkt zeg maar het zichtbare en onzichtbare van de dag. En dat is eigenlijk alles wat we ervan weten, het blijft een mysterie.
Nightterror?
Anders is een nachtangst of nightterror. Dit is namelijk geen droom. Zo’n nachtangst vindt dan ook niet tijdens de remslaap plaats, maar tijdens de non-remslaap en altijd tijdens het eerste deel van de nacht.
Kenmerken van een nightterror zijn onder meer:
- Je kindje is ‘ver weg’, het maakt dat je slecht contact kunt krijgen;
- De volgende dag heeft je kindje er geen herinnering van;
- De nachtangst komt plotseling en veelal op een vast tijdstip
- Huilen, schreeuwen, slaapwandelen: het hoort hierbij.
Wat kun je doen aan nachtangsten?
Je wilt er waarschijnlijk wat aan doen, omdat een nightterror niet fijn is om te zien of mee te maken en natuurlijk slopend is voor iedereen. Je moet er ook wel wat aan doen, anders gaat het gewoon door tot het vijfde jaar (met een beetje pech). Wat je kunt doen? Begin eens met een dagboek: hoe laat schreeuwt je kleintje zich wakker. Dat zal een vast tijdstip zijn. Maak dan de dagen erna je kleintje steeds net daarvoor wakker, een klein beetje maar. Doorbreek dus zijn slaapcyclus, wees de angst voor. Reset zo zijn slaap, voorkom het euvel voordat het plaatsvindt. Immers, op het vaste tijdstip zit je kind in een andere slaapfase omdat je hem net ervoor hebt gewekt. Doordat hij opnieuw inslaapt, zal hij op dat moment in lichte slaap verkeren en hierin vinden geen nachtangsten plaats. Merk je echter dat je kleintje op een later moment weer een terror krijgt? Dan wil je advies inwinnen, omdat er een onderliggende reden kan zijn.
Zolang je kleintje nachtangsten heeft, zal hij overdag vermoeider kunnen zijn. Dit merk je aan een kort lontje, ‘stuiteren’, huilerig zijn maar bij de wat oudere kinderen kun je dit ook merken aan concentratieproblemen, dwars of juist stilletjes zijn, nergens zin in hebben. Nachtangsten los je niet op met een snelle tip, een handig product, trainen, streng of juist poeslief zijn. Rommel dus niet te lang aan!
- Twee van de vijf kleintjes heeft hier mee te kampen.



















Van een huilbaby naar de eerste kinderslaap- en onrustdeskundige. Van de enige Nederlandse slaapmethode zónder huilen naar de eerste (hbo) opleiding kinderslaapcoach. Om te zijn wie je nodig had zodat je verhaal nooit die van een ander wordt, dat is Droomritme. Het ging niet over een nacht ijs. Wel met veel passie en daadkracht.










